De van Wijhe’s van Echteld: 7

De laatste Van Wijhe’s op de Wijenburg.

De Wijenburg met brug en voorhof afgebeeld op een schilderij uit 1750.

Otto van Wijhe, de 11e heer van Echteld van 1657 tot 1732.

Otto werd geboren in 1638. Reinier van Wijhe de 10e heer van Echteld had geen zoon die hem kon opvolgen. Daarom werd Otto, de zoon van Reiniers broer Christiaan, de volgende heer van Echteld. Otto was al in 1662 lid van de Nijmeegse ridderschap. Otto van Wijhe trouwde in 1671 in Harderwijk met Seyna van Delen (dochter van Evert van Delen en Johanna van Broeckhuysen).

Otto van Wjhe, de 11e heer van Echteld (bron: Geldersch Landschap & Kasteelen)

Otto was in 1671 schepen en raad en in 1672 ook burgemeester van Tiel. Hij verbleef graag op kasteel de Blankenburg in Beuningen. Otto vermeerderde het aanzien van de Wijenburg. In 1659 studeerde Otto van Wijhe aan de Leidse Universiteit volgens de “Wapenboeken der Gelders-Overijsselse studentenverenigingen”.

De Wijenburg in 1728 volgens een tekening van Cornelis Pronk

Otto had een broer, Johan (overleden in 1670 in Echteld), die kapitein was in Hollandse dienst. Mogelijk diende hij onder admiraal Michiel de Ruyter in de 2e  Engelse oorlog (1665 -1666). Michiel de Ruyter heeft geprobeerd het in 1664 door de Engelsen op de Nederlanders veroverde Nieuw Nederland (wat door de Engelsen vervolgens omgedoopt werd in New York) weer terug te veroveren. Overigens zonder succes. Pas in augustus 1673 lukte het admiraal Cornelis Evertsen tijdens de derde Nederlands-Engelse oorlog om New York weer in Nederlandse handen te krijgen. Uiteindelijk hebben de Nederlanders het in 1674 geruild  tegen Suriname.

Seyna van Delen, de vrouw van Otto van Wijhe de 11e heer van Echteld (bron: Geldersch Landschap & Kasteelen)

Otto van Wijhe en Seyna van Delen hadden 9 kinderen: Maria, Christiaan Reinoud, Anna Elisabeth, Evert Jan, Christina, Wilda, Margriet, Albertus en Johanna.

Maria
werd geboren in 1672. In de doopakte in Echteld werd als getuige vermeld ; mevr. Van Laer (Christina van Wijhe de dochter van Reinoud van Wijhe en de melkmeyd). Maria is ongehuwd overleden.

Christiaan Reinoud
werd geboren in 1675. Bij de doop in Echteld waren de getuigen: Catharina van Wijhe (zus van vader Otto) en de heer Van Laer (Henricus van Laer dominee in Eck en Wiel en getrouwd met Christina van Wijhe). Christiaan Reinoud overleed in 1749. Hij werd de laatste (12e) heer van Echteld.

Anna Elisabeth
overleed in 1744 ongehuwd.

Evert Jan
werd geboren in 1678. Hij was kapitein in Hollandse dienst en trouwde in 1711 met Henriette Bentinck. Hij overleed in 1735 in Tiel (blind). Zij hadden drie kinderen: Seina Margaretha (zij trouwde met J.G.L.A. van Neukirchen genaamd Nijvenheym en zij werd daardoor vrouwe van Haus Driesberg in Duitsland), Catharina (zij trouwde met generaal Beerend van Lewe van Aduard, lid van de Staten-Generaal) en Gooswijn Wolf Asueer geboren in 1718. De stamboom van de familie Van Neukirchen hangt in kasteel Rosendael.

Het was niet ongebruikelijk dat aanzienlijke families bij het overlijden van een familielid een memoriebord lieten vervaardigen dat na de begrafenis in de kerk werd opgehangen. Voor Evert Jan van Wijhe is zo’n memoriebord gemaakt in 1735. Het bord met het wapen van de Van Wijhe’s heeft tot de komst van de Fransen in 1795 in de St. Maartenskerk in Tiel gehangen. Daarna is het naar huis Voorst verhuisd waar zijn kleinzoon Evert Jan van Neukirchen genaamd Nijvenheim woonde. Later raakte het zoek maar het werd in 1994 teruggevonden bij een antiquair in Brussel. Het bord is nu te bewonderen in het streekmuseum in Tiel.

Christina
werd geboren in 1681 Zij trouwde in 1711 met Wolf Assueer Bentinck (een broer van Henriette Bentinck, de vrouw van haar broer Evert Jan). Wolf Assueer overleed in 1716 en Christina in 1740. Het overlijden van hun zoon Goossen Geurt (curator van de Universiteit van Harderwijk) werd door ds. Henricus van Wijhe in 1786 in het doodboek van de kerk van Wilp gemeld.

De Bentincks waren van oorsprong afkomstig uit Wilp (tegenover Deventer). Ds. Henricus van Wijhe studeerde aan de Gelderse universiteit in Harderwijk en was een zoon van Jan van Wijhe die in 1724 op 34 jarige leeftijd stierf en in de Lebuïnuskerk te Deventer werd begraven. Zijn grafsteen ligt nog steeds in deze kerk en heeft als opschrift: Jan van Wye 1722, medaillon en een naar links klimmende leeuw. Niet duidelijk is of er een relatie met de Van Wijhe’s van Echteld was. Een boek (auteur Hans van Wijhe) over het leven van ds. Henricus van Wijhe ligt in het gemeentearchief van Voorst, in het gemeentearchief van Harderwijk en in het Stadsarchief / de Athenaeumbibliotheek van Deventer. In de Lebuïnuskerk in Deventer ligt ook de grafsteen van Johan van Hemert burgemeester van Deventer en overleden in 1634. Op zijn grafsteen komt het wapen van de Van Wijhe’s van Echteld voor. Onduidelijk is hoe de relatie met de Van Wijhe’s van Echteld was.

Wilda
werd geboren in 1684. Zij trouwde met Karel Philip van Brakell. De stamboom van de Van Brakell’s hangt in de Ridderzaal van kasteel Doorwerth.

Margriet
werd geboren in 1686. Zij trouwde in 1718 met Nicolaas Hans Willem van Delen tot Schonenburg (Overasselt). Zij overleed al kort na haar huwelijk kinderloos in 1720 te Overasselt.

Albertus
werd geboren in 1689. Hij overleed nog maar 4 jaar oud in 1694.

Johanna
werd geboren in 1692. Zij trouwde in 1715 met Dirk Reinier van Bassenn burgemeester van Arnhem die ten gevolge van de Gelderse Plooierijen naar Tiel vluchtte.

De Gelderse Plooierijen waren gevechten om de macht. In Arnhem regelde de familie Brantsen vanuit hun kasteel Zypendaal al sinds mensenheugenis het stadsbestuur. Van Bassenn probeerde daarin verandering te brengen door meer invloed van de burgerij te eisen. Het gevolg was een gewapende strijd. De afloop was voor Van Bassenn niet gunstig en hij werd in 1708 verbannen. Hij was een vermaard historicus en filosoof. Een geschilderd portret van Van Bassenn, in Oosters gewaad en met een tulband op het hoofd, hangt in het streekmuseum in Tiel.

Hun oudste dochter Anna Elisabeth van Bassenn trouwde in 1741 met Frederik Jacob Derk van der Capellen. De bekende patriot Joan Derk van der Capellen was hun zoon (zie boek “Schaduwbeeld of het geheim van Appeltern“, van Hella S. Haasse). Johanna van Wijhe (de moeder van Anna Elisabeth) overleed in 1722 in het kraambed bij de geboorte van haar 3e  kind.

Christiaan Reinoud van Wijhe, de 12e heer van Echteld van 1732 tot 1749.

Hij werd geboren in 1675. Hij was al 57 jaar toen hij in 1732 heer van Echteld werd. Door de ouderdom van zijn vader moest hij lang wachten. Wel was hij als heer van de Hul in 1697 toegelaten tot de ridderschap van Nijmegen. Christiaan Reinoud trouwde in 1718 in Avezaat, met Henriëtte Philippine van Brakell. Zij overleed al in 1737 nog maar 44 jaar oud. Christiaan Reinoud en Henriëtte hadden 10 kinderen: Seyna Jacoba Isabella, Johanna Wilda, Maria, Otto, Wilhelmina Frederika, Christina, Louise Henriëtte, Seyna, Catharina en Philippina.

Seyna Jacoba Isabella
werd geboren in 1719. Zij trouwde in 1737 op 18 jarige leeftijd met de toen 36 jaar oude Frederik Hendrik van Wassenaer. Van 1737 tot 1777 was zij ambachtsvrouwe van Katwijk en ook vrouwe van IJzendoorn en van de Blankenburg. Zij overleed in 1785.

Seyna Jacoba Isabella van Wijhe geschilderd door Jean Fournier (bron : Wassenaer-net)

Haar moeder was Henriëtte Philippa van Brakell. Een zus van haar moeder, Louise Elisabeth van Brakell, was getrouwd met Willem van Liere heer van de beide Catwijcken en van ’t Sant. Dit echtpaar kreeg geen kinderen en benoemde Seyna Jacoba Isabella van Wijhe tot erfgenaam van hun heerlijkheden.

Rond 1730 was de familie Van Wassenaer in Den Haag door rampspoed veel bezit kwijtgeraakt. Frederik Hendrik van Wassenaer kon daardoor geen lid worden van de Ridderschap. In die tijd was dat een voorwaarde voor carrière maken.

Frederik Hendrik van Wassenaer (1701-1771)

Frederik Hendrik van Wassenaer werd door zijn huwelijk met Seyna Jacoba Isabella van Wijhe heer van de beide Catwijcken en van ’t Sant. Daarmee kon hij een half jaar later in de Hollandse Ridderschap komen en daarna verliep zijn carrière zeer voorspoedig. Hij spande zich in voor de benoeming van prins Willem IV tot stadhouder van Holland met een positief resultaat. Frederik Hendrik van Wassenaer werd lid van de Staten Generaal en hij werd door stadhouder Willem IV rijkelijk beloond voor zijn vriendschap en zijn trouwe diensten.

Frederik Hendrik hield van Katwijk. Hij kwam daar dikwijls om te jagen en heeft ook het hof laten verfraaien en vergroten. Het huis werd prachtig ingericht en de wanden met vele schilderijen van de familie behangen. Daar hingen misschien ook wel de portretten van hem en zijn vrouw die de schilder Jean Fournier (1703–1754) in 1752 van hen gemaakt had.
Die verbouwing moet hem schatten hebben gekost, net zoals de feesten en partijen die hij daar organiseerde. Hij hield van veel eten en drinken, werd een ‘smulpaap’ genoemd.
Willem IV vierde er in 1751 zijn verjaardag. Dat is een enorme partij geworden omdat de Valkenburgers er opeens militaire exercities kwamen uitvoeren, kinderen verzen kwamen voordragen en Katwijkse vissers een petitie kwamen aanbieden.

Frederik Hendrik en Seyna kregen drie kinderen, twee zoons en een dochter, die alle drie hun ouders hebben overleefd. De zoons zijn nooit getrouwd, de dochter trouwde op 38-jarige leeftijd, een half jaar voor haar moeder stierf.

Dat de adeldom van de Van Wijhes in het land in hoog aanzien stond mag blijken uit het volgende gedicht, dat de achttiende-eeuwse prinsgezinde dichter Gerard le Maire voor Seyna dichtte:

‘De fiere en roode Leeuw, die hier op ’t zilver velt,
Als Koningh van het wout zoo moedigh staet te prijken,
Toont (schoon ge in Gelderland veel Edellieden telt)
Dat meennigh een, hoe trots, met schaemt de vlag moet strijken
Voor Vrou Jakoba en haer hoogen Adeldom 
Zoekt iemant kloek vernuft en juistgepaste zeden
Bij vrouwen van geboort? Hij vindt ze hier allom
naer ’t nette snoer gericht van billikheit en reden;
Daar dees Hoogeedle Telg van Wijhe, door de trou
Heer Frederiks huis versiert en praelt als Katwijks Vrou’.

Uit dit gedicht is af te leiden dat haar roepnaam blijkbaar Jacoba was. Daaruit is misschien te verklaren dat een veel jonger, al in 1727 gestorven zusje, ook weer de naam Seyna kreeg.

Op 27 december 1771 overleed Frederik Hendrik na een ‘langduurich verval van Kragten in den ouderdom van 70 jaeren en ruym 7 maaenden’.
De grootse begrafenis had te Katwijk plaats. De kist werd in een jacht van Den Haag naar Katwijk getransporteerd. Daar werden zes paarden voor de lijkkoets gespannen en aan iedere kant liepen vijf knechten. Er volgden acht koetsen met familieleden en daarachter volgde nog een hele stoet van Katwijkse en Valkenburgse notabelen, baljuws, predikanten, een vertegenwoordiger van de hertog van Würtemberg, dokters, kerkmeesters, weesmeesters en personeel.

Vermoedelijk leefde Frederik Hendrik in veel te grote statie en gaf hij veel te veel geld uit. Na zijn dood bleek dat er enorme schulden waren. Toen het testament werd geopend bleek dat er voor Seyna en voor de drie kinderen elk maar 10.000 gulden over was. Zij eiste voor zichzelf nog 30.000 gulden daarbovenop. Dat bedrag was indertijd voor haar bij de huwelijkse voorwaarden vastgesteld.
Seyna verkocht de heerlijkheid IJzendoorn en ging in een huurhuis aan de Dennenweg in Den Haag wonen.

Het land maakte moeilijke jaren door: een vierde Engelse zeeoorlog, de Patriotten aan de macht, de staatskas bijna leeg, ziekten onder het vee.
De stadhouder en zijn vrouw waren uit Den Haag naar Nijmegen gevlucht. Van hen was geen hulp voor de Van Wassenaers te verwachten.

Of Seyna daarom in het voorjaar van 1785 naar Venlo is gegaan? Daarheen is gevlucht? Haar jongste zoon Willem Anne lag in Ravestein in het garnizoen, niet ver daar vandaan. Misschien ging ze hem alleen maar opzoeken, misschien was hij ziek, want een half jaar later stierf hij aldaar.
Zelf was ze ook ziek en op 15 april schreef ze vanuit Venlo aan haar oudste zoon Willem Lodewijk:
‘het heeft mij ’s nachts aangetast met hevige pijn in de zijde, die nu wel beter is maar met eene groote zwakheyt mijn geheel onderkrijpt om zoo te zeggen me doet als wegsmelten’.

Op 30 mei 1785 is ze in Venlo gestorven.

(bron : Wassenaer.net)

Johanna Wilda
werd geboren in 1720. Zij trouwde in 1751 met Willem van Wassenaer (broer van Frederik Hendrik van Wassenaer, zie hierboven). Johanna Wilda overleed in 1754, 3 jaar na haar huwelijk. Zij was vrouwe van Echteld.

De prachtige portretten van Johanna Wilda van Wijhe en Willem van Wassenaer in 1751 geschilderd door de bekende Franse schilder Jean Fournier.

In het mooie boek “Schaduwbeeld of het geheim van Appeltern” beschreef Hella S. Haasse hoe in 1749 Joan Derk van der Capellen met zijn moeder op bezoek ging bij de Van Wijhe’s op het Huis te Echteld, de familie van zijn overleden grootmoeder Johanna van Wijhe.

Hella Haasse schreef :

“Het bezoek is bedoeld als kennismaking: hij (Joan Derk van der Capellen) is immers de erfgenaam van zijn moeder die inkomsten geniet van een paar stukken land, behorende tot het grondbezit van het geslacht Van Wijhe. Volgens zijn moeder (Anna Elisabeth van Bassenn, dochter van Johanna van Wijhe een zus van Christiaan Reinoud) lijkt het kasteel wel wat op kasteel Appeltern (eigendom van de familie Van der Capellen), maar is het van binnen oneindig veel fraaier en gerieflijker. In de dorpskerk liggen alle leden van de familie begraven, ook zijn grootmoeder. Men wijst Joan Derk de oudste zerk, die van Reinold van Wijhe, met een stenen “gisant” in volle wapenrusting. Joan Derk ziet het met een gevoel van afgunst en onbehagen aan. Hij zou willen dat zijn familie ook zo’n indrukwekkend edelmansgraf bezat.

Een vergelijkbaar gevoel van ergernis bevangt Joan Derk van der Capellen in tegenwoordigheid van de dochter des huizes op Echteld, Johanna Wilda van Wijhe, een nicht van zijn moeder. Zij is ongeveer even oud als zijn moeder en lijkt ook op haar, maar zij is veel mooier, draagt een geborduurde satijnen japon met kant en linten, heeft poeder in haar kapsel en lavendelwater op haar zakdoek. Hoe kleurloos is opeens zijn altijd sobere moeder Anna Elisabeth van Bassenn. Het bezoek was overigens geen beleefdheidsbezoek maar hield verband met familieaangelegenheden. Nicht Johanna Wilda ging trouwen met een Van Wassenaer en het huis Echteld en het grondbezit zouden overgaan in andere handen.”

Maria
werd geboren in 1721. Zij trouwde met Willem Hendrik van Borssele van der Hooghe, burgemeester van Zaltbommel. Hij was eerder getrouwd geweest met Albertina Clasina van Brakell, een nicht van Maria van Wijhe en een dochter van Maria’s tante Wilda van Wijhe.

Maria van Wijhe trouwde na de dood van haar eerste man (in 1746)  in 1749 met Sigismund Conrad Roeleman graaf van Bylandt stadhouder van Grave. Maria van Wijhe was vanaf 1746 vrouwe van Geldermalsen. Zij overleed in 1754 slechts 33 jaar oud. Sigismund van Bylandt was een zoon van Albrecht Otto Roeleman Frederik van Bylandt vrijheer van Rheydt (kasteel Rheydt bij Moenchengladbach) en heer van Marienwaerdt (dat hij in 1734 had gekocht).

De familie van Bylandt was sterk verbonden met de familie Von Quadt zu Wickrath (kasteel Wickrath ook bij Moenchengladbach). Maria van Wijhe’s zus, Wilhelmina Frederika, trouwde in 1765 met Willem Otto Frederik Rijksgraaf von Quadt zu Wickrath (zie hieronder).  

Otto
werd geboren in 1722. Hij was de enige zoon die in 1732 overleed slechts 10 jaar oud!

Wilhelmina Frederika
zij werd geboren in 1723 in Avesaath en was vrouwe van het Laar. In 1752 trouwde zij in Zutphen met Ludolf Hendrik Borchard Silvius van Heeckeren tot de Kemnade (bij Doetinchem) en op kasteel de Kemnade ging het echtpaar wonen. Hij was op de huwelijksdag al 55 (geboren in 1696 op Enghuisen ook bij Doetinchem). Ludolf Hendrik Borchard Silvius van Heeckeren (Wilhelmina Frederika’s eerste man) overleed in 1762. Hij had belangrijke functies bekleed : burgemeester van Groenlo, richter in Doesburg, gecommiteerde der Staten Generaal, bewindvoerder van de VOC en gecommiteerde van de Admiraliteit van Friesland. Hij bezat ook de kastelen De Wierse, Onstein, Campherbeek, Berkum en de havezathe ’t Walien. Na zijn overlijden in 1762 is er jarenlang geruzied over de erfenis tussen Wilhelmina Frederika van Wijhe en de twee zonen van haar eerste man uit zijn eerdere huwelijk.

Wilhelmina Frederika trouwde na het overlijden van Ludolf Hendrik Borchard Silvius van Heeckeren in 1765 in Zeddam met Willem Otto Frederik Rijksgraaf von Quadt zu Wickrath. Hij was eerder getrouwd geweest met Anna van Bylandt, een zus van de man van Maria van Wijhe, (zie boven). Kasteel Wickrath (in Duitsland bij Moenchengladbach) is in de periode 1746-1772 geheel opnieuw gebouwd onder leiding van de Nederlandse architecten (de broers) Francois en Matheius Soiron.

In kasteel Rheydt (in Moenchengladbach) hangt het bovenstaande portret van Willem Otto Frederik von Quadt zu Wickrath (de opdrachtgever) en Matheius Soiron (een van de architecten) voor kasteel Wickrath in 1773 geschilderd door J.H. Fisher.

In kasteel Wickrath hing in die tijd een indrukwekkende collectie manshoge portretten van de familie Von Quadt zu Wickrath. In de ridderzaal van kasteel Nederhemert hangen nu 8 van deze prachtige portretten uit de periode 1660-1753 in 2001 aangekocht door de Stichting Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen op een veiling van Sotheby’s. De familie von Quadt zu Wickrath had in de periode 1655-1697 ook kasteel Nederhemert in haar bezit.

Wilhemina Frederika van Wijhe overleed in 1797 in Den Haag. 

Christina
werd geboren in 1725. Zij trouwde met Nicolaas Hans Willem van Delen heer van Druten, de Lakenburg te Wamel en Schonenburg te Overasselt. Zij overleed al in 1755 nog maar 30 jaar oud. Zij was vrouwe van de Pol.

Louise Henriëtte
werd geboren in 1726. Zij trouwde in 1756 met Willem Quarles de Quarles. Willems overgrootvader was de Engelsman John Quarles. Louise Henriëtte van Wijhe was vrouwe van Tedingsweert. Willem overleed in 1781 en Louise Henriette overleed in 1782, beiden op Tedingsweert.

Seyna
werd geboren in 1727. Zij overleed in 1741 slechts 14 jaar oud.

Catharina
werd geboren in 1728. Zij overleed in 1735 nog maar 7 jaar oud.

Philippina
werd geboren in 1730. Zij overleed in 1749 nog maar 19 jaar oud.

In 1749 overleed Christiaan Reinoud van Wijhe de 12e heer van Echteld. Zijn enige zoon Otto was al eerder overleden zodat er geen mannelijke opvolger was. Hierdoor was Christiaan Reinoud de laatste heer Van Wijhe van Echteld. In 1751 ging de Wijenburg door het huwelijk van zijn dochter Johanna Wilda over naar de familie Van Wassenaer.

Johanna Wilda van Wassenaer-van Wijhe

Johanna Wilda overleed al in 1754, slechts 34 jaar oud. Na haar trieste dood woonde er na 500 jaar geen Van Wijhe meer op de Wijenburg. Haar man Willem van Wassenaer was de volgende heer van Echteld en de Wijenburg begon aan een nieuw tijdperk.

Willem van Wassenaer