In het Gelders Archief vonden we een uniek document uit 1350 waarvan Joke Honders voor ons een transcriptie maakte. Hertog Reinoud III van Gelre belooft in dit document een schadeloosstelling van 1490 pond aan graaf Johan van Kleef.
Hertog Reinoud vrijwaarde hiermee zijn zwager Johan van Kleef voor schade veroorzaakt door de Van Wijhe’s in Kleef. Kennelijk had Johan van Kleef last en schade door de activiteiten van de Van Wijhe’s in Kleef. Reinoud deed deze schadeloosstelling omdat zijn zwager Johan van Kleef en Johan van Wijhe de oude samen optrokken in de broederstrijd tussen Reinoud van Gelre en zijn broer Eduard van Gelre. Johan van Wijhe de oude was rentmeester en raad van hertog Reinoud van Gelre.
Opmerkelijk is dat de Van Wijhe’s van Echteld al in de periode 1300-1400 een grote machtspositie hadden. In diverse documenten blijkt dat ze behendig als grootgrondbezitters manoeuvreerden tussen machtige hertogen en bisschoppen.
Tot 1350 zat Johan van Wijhe de oude in de raad van de hertog van Gelre en daarna zijn zoon Johan van Wijhe de jonge. Na 1371 zien we dat vaak Walraven van Wijhe en Jorde van Wijhe in documenten genoemd worden.
De Van Wijhe’s werden in die periode in de regesten vaak ridders genoemd alhoewel ze van oorsprong niet tot de edelen behoorden.
Walraven van Wijhe (geboren rond 1330) vervulde een belangrijke rol in Keulen. Hij maakte deel uit van een machtige groep kooplieden rond Hermann van Goch. Zij hadden de handel in Keulen in handen en wel vooral de wijnhandel.